Rabat is meer dan korting!
Pieter de Nooij • 2 november 2025
Wie mocht denken dat ‘Rabat’ korting betekent, heeft het mis. Marokko is zeker geen land van kortingen en is ook niet zo goedkoop als je wellicht denkt.

Wie mocht denken dat ‘rabat’ korting betekent, heeft het mis. Marokko is zeker geen land van kortingen en is ook niet zo goedkoop als je wellicht denkt. Wat het wel goedkoop maakt, is dat er bijna geen alcohol geschonken wordt, en mocht je in dat zeldzame restaurant komen, waar dat toch het geval is, dan kost een glas je al gauw een tientje.
Wij zijn nu ruim twee weken in het land waar tric-trac is vervangen door de smartphone, waar mannen (uitsluitend mannen) eindeloos in de cafés in hun kopje mierzoete (10g per suikerzakje) muntthee zitten te roeren en te klassineren, waar de jongens op voetballers uit de Eredivisie lijken, waar vrouwen de hele dag schommelend boodschappen lopen te doen van de ene gebakkraam naar de andere en de meisjes, met uitzondering van Rabat, voor zeker 90% een hijab of meer dragen. Duizenden katten bevolken de straten en worden liefderijk verzorgd door vrouwtjes met een zakje sprotjes. Maar ook voor de vogels wordt gezorgd. De stadsmuren rondom de medina (oude stad) zitten vol gaten voor de zwaluwen (Fes), duiven (Marrakesh) of kraaien (Rabat). Overigens levert een kilo duivenstront € 15 op, want de leerlooierijen hebben ammoniak nodig om onder erbarmelijke omstandigheden leer te looien (zie foto).

Bij het reizen heb ik een voorkeur voor het lezen van de lokale krant en het interpreteren van bankbiljetten om iets van de volksaard te begrijpen, maar tot nu toe heb ik slechts 2 krantenkioskjes gezien, vooral gevuld met Franse kranten - okay, mijn Arabisch is nihil – maar ik heb letterlijk niemand een krant zien lezen; zegt dat iets over de volksaard? De televisie staat overal aan, maar uitsluitend voor het bekijken van voetbalwedstrijden. Censuur? In ieder geval zelfcensuur over heikele onderwerpen als de monarchie, corruptie en de Westelijke Sahara. Huh?
Herinner je je Polisario nog dat naar autonomie streefde van deze voormalige Spaanse kolonie met 600.000 inwoners? Op elke Marokkaanse kaart is de Westelijke Sahara - even groot als Marokko zelf - een onderdeel van Maokko. Hoewel Marokko driekwart van het gebied bestuurt, is dat geen vanzelfsprekendheid: Frankrijk en Spanje zijn weliswaar een eind opgeschoven in de richting van het Marokkaanse standpunt, maar de VN en de EU erkennen Marokko’s aanspraken nog niet.
Dan maar de bankbiljetten. De oude biljetten in omloop tonen aan de achterkant (koning Mohammed VI uiteraard op de voorkant) nog oude moskeeën, olijfbomen, dromedarissen en bedoeïenentent; de nieuwe zijn met hun tijd meegegaan en laten de 250m hoge Mohammed VI toren zien, de sneltram van Rabat, de grootste moskee van Afrika in Casablanca (aan het eind van de ramadan staan er meer dan 100.000 paar schoenen buiten), waterkrachtcentrales, zonne- en windparken. Het is duidelijk, Mohammed VI wil Marokko opstuwen in de vaart der volkeren en met Rabat (600.000 inwoners) lijkt dat aardig te lukken. Over de rellen van drie weken geleden hebben we niets gehoord of gezien. Toch kijken de mensen bedrukt, serieus en in zichzelf gekeerd, een afspiegeling van hun huizen. Je weet in de medina nooit wat er achter een deur schuilt; een prachtige riad annex hotel, een werkplaats of een aantal aftandse woningen rond een chaotische binnenplaats die slechts blijven staan omdat ze tegen elkaar zijn aangebouwd?

Ik zal niet proberen de geschiedenis van de verschillende, elkaar bevechtende dynastieën in Marokko te beschrijven, maar volsta met te vermelden dat de Feniciërs zich al in deze streken vestigden en dat de Romeinen Volubilis bouwden, 150 km landinwaarts en Sala Colonia bij Rabat. Graag zou ik een sappig verhaal opdissen over Jan Janszn die zich tot muzelman bekeerde als Murat Reis en in de 17e eeuw in Salé een kapersnest omvormde tot een kortstondige republiek en brandschattend de Atlantische Oceaan bevoer van IJsland tot Baltimore. Google de man maar eens.

Wij begonnen in de koningsstad Fes, dat onze voorkeur heeft boven Marrakesh. Een redelijk authentieke en nog overzichtelijke souk (overdekte markt), natuurlijk vol prullaria, koopwaar, eetstalletjes, lederwaren, djellaba’s, koffiebarretjes, zoet gebak en toeristen, maar zonder de knallende brommers en autootjes (home delivery van Carrefour!) die in de souk van Marrakesh de geuren van leer, kruiden en brood platslaan. Fes is in zeker zin provinciaals en dat kun je ook merken aan de keuken, waar de laffe, dood gekookte groenten van de tajines en couscousbrei de hoofdmoot vormen. Dat was even … slikken!
Gelukkig kwam daar in Marrakesh een eind aan. Intussen hadden we er een prachtige tocht opzitten door en over de Hoge Atlas en de desolate, grimmige steenwoestijnen– alle tinten bruin. Slechts de talloze benzinepompen zijn hier een teken van “de beschaving” (€ 1,25 per liter). Hier is de tijd van elastiek; de relativiteit van het leven is bijna tastbaar in de oneindigheid van landschap en sterrenhemel. Waar halen die schapen hun vreten vandaan? Wat doet dat ene ezeltje daar in alle verlatenheid? Wie woont in die lemen hut tussen de geiten? Wat betekenen die kleine terpjes van opgestapelde stenen in de woestenij? Waar gaat die man met dat fietswiel onder zijn arm naar toe?

Langzaam begint die oneindige steenvlakte pokdalig te worden, donkerbruine, lemen dorpjes (ksars) en versterkte, afbrokkelende clanhuizen met hoekige kantelen (kasbahs) staan verdwaald in het landschap. Wij slapen in zo’n ksar, een kruipdoor-sluipdoor labyrint van tegen elkaar gebouwde huizen en nauwe, overdekte straatjes. Het is moeilijk je voor te stellen hoe de rest van het dorpje geleefd heeft en nog steeds leeft.
Tja, waar leven deze mensen überhaupt van? Schapen, geiten, dadels en olijven uit de kleine oase (palmerai) in de buurt. Maar hoeveel mensen kunnen er leven van zo’n bevloeid akkerstelsel onder de (dadel)palmen, granaatappel- en olijfbomen? Hoeveel jongens hebben nog zin om met een hak de palmerai te bewerken? Welk meisje wil een leven waarin ze met bossen van 20kg veevoer op haar rug moet sjouwen? We zien weinig brommers, veel lifters en ezelwagentjes, veel mensen lopen of liften, er is geen openbaar vervoer. En de zon blakert…
De infrastructuur is verrassend goed, er wordt hard aan de weg gewerkt, internet doet het overal en ook de wegen zonder verkeer die door de nauwe kloven naar de passen van de Atlas leiden liggen er uitstekend bij. Hoog in de bergen (2.600m) maken we de appeloogst mee, waar het hele dorp druk mee bezig is. Heerlijke appeltjes krijgen we aangeboden. De cement- en baksteenfabrieken zijn de enige industrieën die we gezien hebben. Er is ook veel bouwmateriaal nodig vanwege de aardbeving van 2023. Ten zuiden van Marrakesh zien we half ingestorte dorpjes die weer worden opgelapt, voor de helft betaald door de overheid - maar ook verder wordt er ten westen van de Atlas druk gebouwd.

Toerisme is een andere, grote bron van inkomsten, slechts 5% van het BBP, zegt onze reisgids, maar als je de drommen toeristen door de souks ziet schuifelen en als je ziet hoeveel riads, dars en hotels er wel niet zijn in de koningssteden, dan waag ik dat percentage toch te betwijfelen. De concurrentie van de winkeltjes is moordend, maar de eigenaars zijn zeker niet opdringerig, daarvoor hebben ze het te druk met videootjes kijken op hun smartphone. Hoeveel prullaria moet je niet verkopen om aan je kostje te komen? Hoe vaak moet je de pantoffels, leren riemen, shawls, tasjes, schilderwerkjes, kussentjes, jurken, schilderijtjes, gebakjes, dadelstaven, granaatappels en allerhande snuisterijen niet herschikken om de uitstalling nóg aantrekkelijker te maken voor de toeristen die geanimeerd maar weinig kooplustig langs sloffen? Het lijkt me een frustrerende bezoeking.
De karavanserais, oude koranscholen (de oudste universiteit ter wereld staat in Fes), paleisjes en binnentuinen van allerhande grootvizieren, sultans rijke kooplieden en koningen zijn het bezoeken meer dan waard. Wát een pracht en praal, wát een schitterend ambachtswerk, één en al kalligrafie en ingewikkelde geometrie; om over die driedimensionaal gebeeldhouwde plafonds maar te zwijgen.

Na het geweld van Marrakesh bezoeken we Rabat, een aangename, moderne stad met een kleine medina, die laat zien dat een land in ontwikkeling geen chaos hoeft te zijn. Zelfs de straten zijn relatief schoon, in tegenstelling tot de rest van het land dat één grote vuilnisbelt is van plastic afval. In Azië is het erg, maar hier lijkt het erger. Kan Mohammed VI daar niet eens iets aan doen? De man heeft vele paleizen met zeer uitgebreide tuinen, allemaal ommuurd. Om de 50 meter staat een wachthuisje met een drietal petten om de zaak te bewaken. Omdat het niet zeker is wanneer de koning langskomt, schijnen alle paleizen dagelijks te doen alsof hij met elk moment met zijn hofhouding kan binnenkomen, de maaltijden staan klaar. Toch lijkt hij op handen te worden gedragen.
Tenslotte, hoe zit het nou met die berbers uit het Rifgebergte (Noordkust van Marokko)? Ten eerste is 70% van de Marokkanen een berber, dus zeker niet alleen die uit het Rif. De Riffijnen hebben van oudsher een grote autonomie nagestreefd. Ze hebben het de Spanjaarden en Fransen buitengewoon moeilijk gemaakt en het vlammetje is blijven branden. Af en toe licht dat weer op.
Om aan de jarenlange achterstelling van de berbers tegemoet te komen, stimuleert de overheid sinds 15 jaar het berber-erfgoed. Het berbers (3 dialecten) wordt op school verplicht onderwezen en er is een aangepast berberschrift geïntroduceerd, dat je overal ziet. Het is een zogenaamd medeklinkerschrift, gebaseerd op het Fenicisch, aangepast door de Toeareg, waar een aantal klinkers bijgeknutseld is. Je ziet het overal en niet alleen op de overheidsgebouwen. Ten tweede begrijpen wij niet goed waarom al die Rif-Marokkanen het land verlaten. De Rif is vruchtbaar en het ziet er bovengemiddeld welvarend uit. Wel meer chadors, je weet wel, die nèt geen burka’s, maar ja, in een paar dagen krijg je natuurlijk weinig beeld van wat er allemaal speelt. Dat kunnen jullie beter aan je Marokkaanse vrienden vragen … mocht je die hebben. Hier zijn ze uitermate vriendelijk en behulpzaam.










